Medisch Centrum Beljaart

Kloosterpad 13c

06 - 11 44 87 42

Paramedisch Centrum De Vennen

Deken Batenburgstraat 2

06 - 15 20 62 15

Taalontwikkeling bij kinderen

De meeste baby’s beginnen met brabbelen. En begrijpen voordat ze 1 jaar zijn de eerste woorden en korte zinnen. Vaak zeggen kinderen van 1 jaar hun eerste woorden. En vlak daarna hun eerste korte zinnen. Als kinderen 4 jaar zijn, praten ze meestal verstaanbaar. Als ze ouder worden, gaan ze langere en ingewikkeldere zinnen zeggen.

Er zijn kinderen waarbij de taalontwikkeling niet zo gemakkelijk gaat. Deze kinderen vinden het moeilijk om taal te begrijpen. Of ze hebben moeite met praten. Bij deze kinderen werkt taal in de hersenen minder goed, zij hebben een taalontwikkelingsstoornis.

Op de website kindentaal.nl vind je de minimale spreeknormen, hierin wordt aangegeven wat een kind op een bepaalde leeftijd minimaal moet kunnen zeggen. https://www.kindentaal.nl/minimum-spreeknormen

 

meisje bij de logopedist met taalproblemen

 

Taalontwikkelingsstoornis TOS

Sommige kinderen hebben een taalontwikkelingsstoornis. Zij praten weinig of niet. Ze praten onverstaanbaar. Of ze begrijpen niet goed wat anderen zeggen. Een logopedist kan daarbij helpen.

Met welke problemen kan je kind terecht bij een logopedist?

Hieronder staat hoe je een taalontwikkelingsstoornis bij je kind kunt herkennen. En waar een logopedist je mee kan helpen.

  • Het duurt lang totdat je kind gaat praten.
  • Je kind praat weinig.
  • Je kind praat onverstaanbaar.
  • Je kind begrijpt vaak niet wat iemand zegt.
  • Je kind kent weinig woorden.
  • Je kind zegt alleen losse woorden of hele korte zinnen.
  • Je kind maakt veel foute zinnen. Bijvoorbeeld woorden in de verkeerde volgorde.
  • Jullie begrijpen elkaar vaak niet.
  • Je kind vindt het moeilijk om een verhaal goed te vertellen.

Hoe kan een logopedist helpen?

Een logopedist kan de taalontwikkeling van je kind onderzoeken. Je kunt ook zelf een test doen om te weten of je de taalontwikkeling van je kind moet laten onderzoeken: https://www.kindentaal.nl/snel-test. Na het onderzoek kan de logopedist met je bespreken wat jullie kunnen doen.

  • Denk je dat de taalontwikkeling van je kind niet goed gaat? Maak dan snel een afspraak met de dokter of een logopedist. Als kinderen jong zijn kunnen ze beter taal leren. Als ze ouder worden, wordt dat moeilijker.
  • Maar bedenk dat de logopedist ook oudere kinderen kan helpen!
  • De logopedist kan taaltesten en spraaktesten doen. Zo kan die zien wat er moet gebeuren.
  • De logopedist kan ook de ouders helpen zo goed mogelijk te praten met hun kind. En op zo’n manier te praten dat het kind goed taal leert.
  • Is je kind moeilijk verstaanbaar? Ook daar kan de logopedist bij helpen.
  • De logopedist kan met je kind oefenen taal beter te begrijpen.
  • De logopedist kan met je kind oefenen beter te praten. En betere zinnen te maken.
  • De logopedist kan met je kind oefenen verhalen te vertellen.

Wat kun je zelf doen?

Als ouder kun je je kind ook heel goed helpen bij de taalontwikkeling:

  • Praat veel met je kind. Vertel bijvoorbeeld steeds wat je doet: ‘Eerst gaan we de borden op tafel zetten. Twee grote borden en twee kleine borden. We willen ook iets drinken. Dus moeten we ook bekers pakken.’
  • Vertel ook wat je ziet: ‘Kijk, een rode auto.’
  • Vertel wat er gebeurt: ‘De bel gaat. Wie zou dat zijn? Ga je mee? Gaan we kijken wie er is.’
  • Vertel wat je voelt: ‘Goed zo. Je hebt je boterham op. Goed gedaan. Was het lekker? Ik had pindakaas op mijn boterham. Ik hou van pindakaas.’
  • Koop boekjes die bij de taalontwikkeling van je kind passen. Of haal die boekjes uit de bibliotheek. Een lees die boekjes voor. Doe dat heel veel.
  • Zing samen liedjes.
  • Kijk samen filmpjes op de televisie. Filmpjes die bij je kind passen.
  • Luister ook goed naar je kind. Geef je kind de tijd om zelf dingen te vertellen.

Wat zijn taalproblemen bij meertalige kinderen?

Men spreekt van twee- of meertaligheid wanneer kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen met meer dan één taal. Het gaat hierbij om kinderen van ouders met verschillende moedertalen, die vanaf de geboorte tweetalig worden opgevoed. Daarnaast gaat het om kinderen van anderstalige ouders die thuis hun moedertaal leren en in kindercentra of op school het Nederlands als tweede taal. Meertalige kinderen kunnen een spraak- en taalachterstand hebben in het Nederlands. Wanneer er een stoornis of achterstand is in de eerste taal, zal ook de tweede taalontwikkeling verstoord verlopen.

Het is voor kinderen heel goed mogelijk om meerdere talen tegelijk te leren. Wanneer kinderen hier vanaf de geboorte met meerdere talen opgroeien, doorlopen ze in elke taal het normale ontwikkelingsproces. Zij kunnen het gebruik van de talen goed gescheiden houden en kiezen op het juiste moment de taal van de gesprekspartner.

Een taalstoornis kan echter ook bij meertalige kinderen voorkomen. Er is sprake van een taalstoornis als de taalontwikkeling van de leerling achterblijft ten opzichte van andere aspecten van de ontwikkeling, zoals de algehele intelligentie, de motorische- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Een achterstand is dan over het algemeen waarneembaar in alle talen die het kind leert spreken. Als dit het geval is, kan logopedie zinvol zijn. Wanneer kinderen de Nederlandse taal niet beheersen omdat deze thuis niet wordt gesproken is er geen indicatie voor logopedische therapie. Bij sommige leerlingen kan logopedie een functie hebben bij het aanleren van Nederlandse spraakklanken. Wanneer een kind moeilijk te verstaan is voor anderen, kan dit leiden tot angst om te spreken en sociale isolatie.

Vroegtijdige onderkenning van de taalproblemen in de voor- en vroegschoolse periode en begeleiding van de kinderen en hun ouders, bevordert de taalontwikkeling en verbetert de kansen van deze kinderen.

Wat doet de logopedist?

Indien er sprake is van een spraak- en taalstoornis, is er logopedische begeleiding nodig. Deze begeleiding richt zich op communicatieproblemen en verstaanbaarheid in het Nederlands en de moedertaal. Voor dit laatste is samenwerking met de omgeving vereist. De hulp van een tolk wordt ingeroepen als dit nodig is om goed te communiceren met de omgeving van het meertalige kind.

Logopedische behandeling van meertalige kinderen wordt niet in alle gevallen vergoed! Indien de moedertaal zich normaal ontwikkelt is er geen indicatie voor logopedische begeleiding, met uitzondering van uitspraakproblemen.

Dyslexie

Mensen met dyslexie hebben moeite met lezen en schrijven. Een logopedist kan daarbij helpen.

Mensen met dyslexie hebben moeite met lezen en schrijven. Een logopedist kan onderzoeken of een kind dyslexie heeft. En kan kinderen al vroeg beter leren lezen en schrijven.

  • Een logopedist kan kinderen met dyslexie begeleiden en oefenen met klanken, letters en woorden.
  • Een logopedist kan de leesproblemen van kinderen met dyslexie verminderen.
  • Een logopedist helpt kinderen, ouders en de school om te oefenen met lezen en schrijven.
  • Een logopedist helpt ook kinderen die nog niet weten of ze dyslexie hebben. Maar die wel moeite hebben met het leren van letters. Of met leren lezen.

Logopedisten zijn deskundig op het gebied van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van spraak- en taalstoornissen. Hiermee onderscheiden zij zich van de andere beroepsgroepen die zich met dyslexie bezig houden, bijvoorbeeld orthopedagogen en remedial teachers. Dit is in het bijzonder van belang omdat zij

kennis hebben van de diagnostiek en begeleiding van factoren die met dyslexie samenhangen, zoals fonologie (herkennen van klanken) en oproepsnelheid. Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Soms is er nog helemaal geen sprake van een kind dat in het leerproces vastloopt, maar zijn er wel al risicofactoren te signaleren. Goede begeleiding in een vroeg stadium (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar wel de uitingsvorm ervan verkleinen. Dat de behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist een grote bijdrage kan leveren aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van het gevolg ervan staan buiten kijf.

Wat is de samenhang tussen spraak-/taalmoeilijkheden en dyslexie?

Veel kinderen met ernstige spraak-/taalmoeilijkheden ontwikkelen op latere leeftijd dyslexie. In de wetenschappelijke literatuur worden percentages van wel 40-50 % genoemd, waarbij de combinatie van taalproblemen en dyslexie vaker bij jongens dan bij meisjes voorkomt.

Er zijn vier soorten taalproblemen die ten grondslag kunnen liggen aan het moeilijk leren lezen, spellen en rekenen:

  • Auditieve verwerkingsproblemen: moeite met het onderscheiden, herkennen, analyseren en synthetiseren (hakken en plakken) van spraakklanken.
  • Spraakproblemen; kinderen moeten een woord horen, zien (letters en mondbeeld) en uitspreken.
  • Grammaticale problemen: het niet correct kunnen toepassen van regels met betrekking tot woordvorming, zinsbouw en spellingsregels.
  • Problemen met de betekenisverlening: het hebben van moeite met het vinden van de juiste woorden.

 


 

Afasie

Afasie is een taalstoornis die is veroorzaakt door een hersenbeschadiging die niet aangeboren is. Je kunt afasie krijgen na een beroerte, een ongeluk waarbij je hersenen beschadigden, een hersentumor of door dementie. Een logopedist kan je dan helpen opnieuw te leren communiceren.

Met welke problemen kun je terecht bij een logopedist?

Met afasie kun je problemen hebben met praten, begrijpen, lezen en schrijven.

  • Soms kun je taal wel begrijpen, maar is het moeilijk woorden te vinden of zinnen te maken.
  • Soms is het moeilijk taal te begrijpen, zeker als iemand moeilijke woorden of zinnen gebruikt.
  • En soms is lezen en schrijven moeilijk als je afasie hebt.

Hoe kan een logopedist je helpen?

Een logopedist doet eerst onderzoek: wat kun je je wel en wat kun je niet meer of vind je moeilijk?

  • Een logopedist geeft je oefeningen om beter te kunnen begrijpen, praten, lezen en schrijven.
  • Een logopedist kan jou en je familie en vrienden advies geven hoe jullie zo goed mogelijk met elkaar kunnen communiceren.

 


 

Taal- en spraakstoornissen bij dementie

Dementie wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. Een veelvoorkomende oorzaak is de ziekte van Alzheimer. Kenmerkend voor dementie zijn de geheugenstoornissen die steeds erger worden. Daarnaast kunnen er andere stoornissen optreden, zoals gedragsproblemen en veranderingen in karakter. Taal- en/of spraakstoornissen kunnen bij alle vormen van dementie voorkomen. De verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte.

Mensen met dementie hebben problemen met hun geheugen. Zij kunnen daarnaast ook taal- en spraakstoornissen hebben. Een logopedist kan daarbij helpen.

Met welke problemen kun je terecht bij een logopedist?

Misschien herken je een van de problemen hieronder.

  • Je kunt je gedachten niet meer vertellen. Het is moeilijk woorden te vinden. Of zinnen of een verhaal te maken.
  • Je begrijpt niet wat iemand vertelt. Of je begrijpt niet wat je leest.
  • Je kunt woorden en zinnen niet goed uitspreken. Of je bent onverstaanbaar.

Hoe kan een logopedist je helpen?

Een logopedist kan onderzoeken welke problemen je hebt. Daarna kan de logopedist je behandelen.

  • Een logopedist onderzoekt je taal, je spraak en de manier waarop je communiceert.
  • Een logopedist helpt je zo goed mogelijk te communiceren met je familie en vrienden.
  • Een logopedist helpt ook je familie en vrienden om zo goed mogelijk met je te communiceren.
  • Woon je in een zorginstelling? Dan helpt de logopedist ook de medewerkers van de zorginstelling om zo goed mogelijk met je te communiceren.
  • Als dat nodig is, werkt de logopedist samen met een psycholoog.